
donderdag 29 juli 2010
LANGZAMER LOPEN

vrijdag 23 juli 2010
Vakantie schema

vrijdag 2 juli 2010
Motivatietips

Hartslag bij warmte
Tijdens het hardlopen hartje zomer kan je hartslag tussen de 5 en 15 slagen hoger zijn dan normaal. Door de hogere temperatuur moet je lichaam meer warmte zien kwijt te raken. Door de doorbloeding van de huid te verbeteren kan je lichaam via zweet de warmte kwijt. Omdat er in deze situatie minder bloed beschikbaar is voor je spieren wordt je hartslag hoger, zodat de hoeveelheid bloed dat per minuut wordt rondgepompt langs je spieren toch gelijk blijft.
Voorzorgsmaatregelen bij warm weer
- Train in de vroege ochtend of late avond, dan is het een stuk minder warm
- Train in het bos, onder verkoelende bomen
- Vermijd warm asfalt. Asfalt kan veel warmte afscheiden
Drink voldoende! Drank met een temperatuur van rond de 15° Celsius wordt het gemakkelijkst door je lichaam opgenomen.
- Vul het uitgezwete zout aan middels isotone sportdrank (electrolyten/mineralen)
- Wen aan het warme weer. Je lichaam heeft bijvoorbeeld 3 dagen de tijd nodig om te wennen aan een temperatuurstijging van 5 graden.
- Draag loszittende, lichte en lichtgekleurde kleding met een open structuur, gemaakt van ademende stoffen
- Het werkt verkoelend als je water over je hoofd gooit. Houd ook je nek, oksels en liezen nat en koel.
- Draag een wit petje. Zo krijgt je hoofd minder warmtestraling binnen.
- Als het te warm is om hard te lopen, doe dit dan ook niet. Er is dan geen man over boord, je verliest namelijk niet al je conditie door het een tijdje rustig aan te doen. Een goed alternatief is fietsen. Je kunt het beste op een licht verzet (zo’n 100 omwentelingen per minuut) gaan fietsen.
Focus en afleidingHardlopen gaat om meer dan conditie en uithoudingsvermogen. Om beter te presteren op de lange afstand is de moraal een onmiskenbare factor voor succes. Tussen de oren kan het behoorlijk knetteren. Of je nu gaat voor de 4EM van de Dam tot Damloop of voor de New York Marathon, je moet negatieve gedachtes – ‘Ik red het niet!’, ‘Ik kan niet meer’ – zoveel mogelijk blokkeren, ook al lukt dat niet altijd.
Je gedachten kun je trainen. In grote lijnen heb je twee soorten gedachten. Associatieve gedachten zijn gericht op jezelf. Je zintuigen staan op scherp. Je concentreert je op je ademhaling, beweging en de omgeving. Je dissociatieve gedachten leiden jezelf af van de pijn en vermoeidheid. Je raakt in een prettige trance, door mooie herinneringen (die gave laatste meters bij de Vestingloop) op te halen of te fantaseren over de toekomst.
Veel succes en plezier met trainen en raak niet geblesseerd!
Groeten.
Marko Koers